Zondag 16 juni 2019: Skaftafell – Skógafoss

Om 9 uur is de auto geladen en hebben we 145 km voor de boeg. De zon straalt en het is aangenaam warm. We zijn amper op weg of de eerste stop is in zicht. Er liggen 2 verwrongen metalen balken die van een brug afkomstig zijn. Op 30 september 1996 vond onder de ijskap een vulkaanuitbarsting plaats en pas op 5 november kwam er een waterstroom op gang. Ze verwachten 20.000 m3/sec maar er kwam 50.000 m3/sec aan water omlaag geraasd. De brug werd deels weg geslagen. We rijden over een vlakte met in de verte bergen en gletsjers die allerlei rivieren voeden die over de vlakte naar zee stromen. Een lief watervalletje in Kirkjubaejarrklaustur is de volgende stop. In de middeleeuwen heeft hier een klooster gestaan en er zijn veel verhalen over de gebeurtenissen toentertijd. Een boerenfamilie is hier begonnen in 1945 meet het planten van bomen en de hoogste bomen op IJsland groeien hier. De hoogste is in 1949 geplant en is nu 25 meter hoog. We maken een omweg om het lavaveld Eldhraun te zien. In het landschap liggen nu heuveltjes begroeid met mos en diverse boerderijen liggen aan deze weg. Voor het eerst zien we koeien. Overal wordt gras geoogst. Sternen zitten op de weg en vliegen gelukkig op tijd op als we naderen. Dan een maanlandschap: zwarte lavasteen en gruis zover het oog reikt. Het laatste stuk is een gravelweg. De auto is na die tijd behoorlijk stoffig, maar ja, je moet er wat voor over hebben om mooie dingen te zien. Midden in het Mýrdalssandur ligt een rots als een eiland in het zwarte zand. In Vik i Mýrdal lunchen we met uitzicht op de rotsformatie Reynisdrangar: 2 trollen die met hun driemasterschip wilden landen en door de zon versteend zijn. Bij Reynisfjara is een strand met zwart zand en kiezels. Twee grotten in de rotswand bestaan uit basalt kolommen. Hier is een mooi zicht op Reynisdrangar-rotsen en een aan de andere kant kaap Dyrhólaey met 2 bogen. Vliegtuigjes vliegen wel eens onder de grootste door. De rotswanden zitten vol meeuwennesten en er wordt af en aan gevlogen. Op het water drijven papegaaiduikers met hun mooi gekleurde snavels. Op kaap Dyrhólaey is een basalt-boog en zien we een zeehond in het water. Nog een klein stukje en we zijn bij ons hotel: Skógafoss hotel naast de waterval Skógafoss. We checken in en bekijken de waterval. Het is een grote watermassa die naar beneden komt. We klimmen de nodige traptreden op om ook van boven de waterval te bekijken. Daarna naar het restaurant, het is inmiddels 19:00 en we hebben trek gekregen. Morgen gaan we de kustlijn verlaten en een uitstapje het binnenland in maken.