Maandag 17 juni 2019: Skógafoss – Gullfoss

Na het ontbijt maakte Majohrie nog eerst een foto van een nagenoeg toeristloze waterval. Het hotel staat vlak bij de waterval, dus dat is snel voor elkaar. Helaas komt er net voor de foto een bus met bejaarden, waar enkele het toch voor elkaar weten te krijgen nog op de foto te komen. Dan gaan we op pad naar een andere grote waterval, de Seljalandsfoss. Bij deze waterval kan je achter de waterval langs lopen, op sommige plaatsen wel erg nat. Daarna rijden we door een groen en heuvelachtig gebied met veel paardenboerderijen en landbouwgrond. Bij een stop staat een mooie oude Ford V8 te koop. We gaan naar Geysir, hier komt ons woord geiser (warm stromend water) vandaan. De oorspronkelijke Geysir spuit nauwelijks meer sinds 1963, een broertje, de Strokkur spuit wel om de paar minuten. Het blijft een zeer boeiend fenomeen om te zien. Ook in de buurt van de geisers borrelt er op vele plaatsen kokend water en stoom uit de grond. Ook zijn gebieden afgezet omdat de grond veel te heet is om op te lopen. Op vele plaatsen stroomt ook warm water de helling af. Daarna gaan we naar een meer waar ook drie bronnen zijn. We krijgen een demonstratie hoe de mensen in het dorp koken met behulp van de “kokende” grond. De gids heeft een pan met brooddeeg bij zich, ingewrapt in plastic. Op het strand, vlakbij een stoomwarmwatervoorziening voor het dorpje, komt ook stoom uit de grond. Als hij met een schep een gat graaft, zien we kokend water op zo’n 30 cm diepte. Hij haalt een pan met deeg uit de grond, die hij gisteren er in heeft gezet. Dit deeg wordt na zo’n 24 uur gaar en omgevormd tot bruin brood. Helaas is dit brood niet gaar, dus hij graaft ergens anders nog een pan op. Daar is het brood wel helemaal gaar. Vreemd om te zien dat de grond zo warm is, dat je er in kunt koken. Ze zetten allemaal een bult zand bovenop de pan en de dorpsgenoten geven verschillende markeringen aan het bergje om hun eigendom eronder aan te geven. Na het brood gegeten te hebben gaan we lekker dobberen in de spa. Ze hebben baden die variëren van 30°C tot 40°C met en zonder mineralen. Ook een stoombad en sauna. Je kan ook in het meer zwemmen (of dobberen, meer is maar zo’n 2 meter diep) en hier kan je de verschillende warm en koude stromen goed onderscheiden. Heerlijk uitgerust gaan we nogmaals via Geysir naar het hotel. We zien nog een paar keer een spuiter en terug in het restaurant bij Geysir gaat het enorm hard regenen. We gaan maar naar het hotel, de andere waterval en het breukvlak tussen de twee tektonische platen komt morgen wel. In het hotel heerlijke gegrilde zalm gegeten. Ook dit is een modern en keurig hotel en kijken naar een dal met boerderijen. Tot nu toe zitten we in goede hotels met meestal mooie uitzichten.